|
||||||||
|
Laat ik met de deur in huis vallen, dit is een geweldig album, vier Amerikaanse geweldenaars die een tiental sterke composities bij elkaar hebben geschreven. Het label is ECM maar met het werk dat doorgaans op dit label verschijnt heeft het weinig tot niks van doen, het is opgenomen in New York onder supervisie van Thomas Herr. Het gaat om pianist Ethan Iverson, tenorsaxofonist Mark Turner, contrabassist Ben Street en drummer Billy Hart. Allemaal topmuzikanten, waarbij ik als fan van vooral tenorsaxofonisten hierbij vooral de rol van Turner naar voren wil halen, hij heeft op eigen naam een respectabel aantal cd’s op zijn naam staan maar hij heeft nog veel meer albums gemaakt met anderen als een van de meest gevraagde side men in de jazz. Iverson is verantwoordelijk voor vier composities, Mark Turner voor drie en Billy Hart voor drie, stuk voor stuk perfecte composities die heerlijk in het oor liggen. Het album opent met “Showdown” een compositie van Ithan Iverson, een fraaie ballad waarin vooral Turner uitblinkt, wat een saxofonist is dit toch, hij hoort echt wel in het rijtje grootheden, zijn spel wordt, las ik, wel vergeleken met saxofonisten als Wayne Marsh en John Coltrane, op zich al een wonderlijke vergelijking, Marsh is een typische Westcoast representant, min of meer in het voetspoor van Lester Young en Coltrane, tjsa wie is niet beïnvloed door hem, ik ga daar helemaal niet in mee, ook omdat ik dit soort vergelijkingen of invloeden benoemen haat, Turner klinkt gewoon zoals zichzelf, einde verhaal. “Layla Joy” werd geschreven door de leider van dit kwartet Billy Hart, ook alweer zo een min of meer onderschat jazzfenomeen, een fenomenale ritme machine. Dit is een mooie ballad met geweldig spel van Turner en Iverson. ”Aviation” van Iverson speelt zich af in een hoog tempo, na de fraaie intro van Iverson zet Hart een strak tempo in waarin Mark zich kan uitleven op zijn sax. “Chamber Music” speelt zich af in rustiger vaarwater zoals de titel al doet vermoeden, wederom van Iverson die fraaie patronen weeft samen met Mark. Zo passeren tien uiterst geslaagde composities de revue, moeilijk om een hoogtepunt aan te wijzen, bijzonder mooi is “South Hampton” met zijn aparte structuur en wisselende ritmes. Piano en drums zorgen voor een fraai evenwicht waarover Mark zijn zwoele solo kan draperen, inderdaad een hoogtepunt op dit fraaie album. Ook “Billy’s Waltz”, nee niet van Billy Hart maar van Mark Turner gooit hoge ogen met zijn heerlijk in het oor liggende melodie. Jan van Leersum
|